Gentenaars zijn party animals, dat is algemeen bekend. Maar de Gentenaar weet zijn gebouwen ook beestig te decoreren.
Over de hele stad, zowel in het centrum als in de rand, zijn de immense muurschilderingen van ROA te zien. De anonieme graffitikunstenaar uit Gent, laat grote dieren, meestal in zwart-wit, opdoemen om de hoek van de straat. Zijn werken zijn ook buiten Gent en in het buitenland te zien.
Dieren zijn echter altijd al in het straatbeeld verschenen. Ze verlenen de geliefkoosde namen voor handelszaken. Wie kent nog het ooit beruchte café “De Gepoeierde Ezel”? Het was een oude gewoonte om huizen naar dieren te vernoemen. Zo is in de Hoogpoort op de 18de eeuwse gevel van een huis nog steeds te lezen: “Dit es den ram” – op die plaats werd sinds de 14de eeuw al een herberg uitgebaat die “De Ram” heette. Over de verrassende betekenis van de twee zwanen op de gevel van het Mariott-hotel hebben we het eerder al gehad.
Maar wat u misschien helemaal niet weet, is dat Gent ooit een dierentuin bezat, in de omgeving van het huidige Muinkpark. De omliggende straatnamen Zebrastraat, Tijgerstraat, Leeuwstraat,… herinneren hier nog aan. Met apen, beren, papegaaien, damherten,…had de Gentse “Jardin Zoölogique” een collectie exotische dieren. In 1855 vervoegde Betsie, een olifant uit Indië, de bewoners. Toen ze twintig jaar later overleed, nam Jack de olifant haar plaats als mascotte in. Hij zou een roemloos einde kennen. Toen rond 1900 de zoo minder populair werd, werd alles openbaar verkocht. Jack werd toegewezen aan “Ciesken den gistmarchand” voor 350 Frank.Hij wou het dier verkopen aan de zoo van Londen, maar die deal sprong af. En zo eindigde Jack als diner in de Vlaanderenstraat. Van het overige vlees werden worsten gedraaid. U zult nooit meer op dezelfde manier door de Olifantstraat wandelen.